Omschrijving

Een classic in de hoogmodige beestenliteratuur is de roman Jennie van Paul Gallico: onsterfelijk dankzij Gallico’s vermogen om over maar vooral vanuit de kat te schrijven zonder ook maar één ogenblik in sentimentaliteiten te vervallen.
Jennie, dat dateert van 1945, is het verhaal van het achtjarige jongetje Peter, dat ‘ernaar verlangd had een poes te hebben zolang hij zich kon herinneren, en dat was al lang, van zijn vierde jaar af’. Tijdens een wandeling met zijn Schotse kinderjuffrouw rent hij plotsklaps de straat op, want in een plantsoentje aan de overkant zit een cyperse poes zich te koesteren in de zon. Peter wil niets dan het dier in zijn armen nemen. Maar dan gebeurt het ongeluk: Peter wordt door een auto aangereden en verliest het bewustzijn. En het leven en de avonturen van de straatkat worden de droom van een klein jongetje…
De schrijver van ‘misschien wel de beste kattenroman die ooit geschreven werd’, is in 1897 in New York geboren, als zoon van een Italiaans musicus en een Oostenrijkse vrouw. Hij bouwde aanvankelijk een briljante carrière op als sportsman en journalist, maar wijdt zich sinds 1939 geheel aan het schrijven van veelal blijmoedige verhalen, romans en autobiografisch werk.