Omschrijving

De dertienjarige Ipung wordt door zijn grootouders gewaarschuwd om niet te fluiten in de schemering of 's nachts, omdat dit als een slecht voorteken wordt beschouwd. In plaats van zich hieraan te houden, doet hij het af als een achterhaald bijgeloof en blijft hij fluiten wanneer hij maar wil. Die nacht raakt hij verstrikt in een nachtmerrie, alsof hij door een tunnel van angst loopt die eindigt met een visioen van zijn eigen dood. Als Ipung wakker wordt, blijft de angst hem achtervolgen en wordt deze met elk moment sterker. Nu moet hij een dodelijke race tegen de klok aangaan om te voorkomen dat zijn nachtmerrie zijn nieuwe realiteit wordt.