Omschrijving

Opeens kwamen ze te voorschijn. Ratten, zo groot als een hond, zo sluw als geen rat ooit mocht zijn. Geleid door een centraal brein en gericht op de vernietiging van hun oudste vijand, de mens, doken ze op uit riolen en putten, uit de nissen van de nacht. Ze vielen mensen aan op klaarlichte dag, rukten volwassen zieken uit hun bed, omsingelden gestrande automobilisten en zetten hun tanden in alles en iedereen.
James Herbert heeft met dit boek een huiveringwekkend debuur gemaakt. Het is, speculerend op de intiemste angsten, zo hard en sober geschreven, dat geen mens het zonder rillingen kan lezen.

Met dank aan de originele poster.
De zwart/wit omslag vervangen door 1 in kleur, verder de witregels er tussenuit gehaalt en wat opgelapt. 
Dingsken bedankt voor het werk!